
De coupeuse die een dagje in de winkel aan het werk is en met wie je een praatje kan maken terwijl je nieuw broek ter plekke wordt ingekort. Een medewerker die even snel je schoenen oppoetst voor het totaalplaatje, want “anders is het geen gezicht bij je nieuwe broek”. Of een ijscokar voor de deur tijdens een warme dag. Bij de vestiging van Man of the World in Leeuwarden wordt overal aan gedacht. Jacob Wijnia, eigenaar van deze vestiging: “Persoonlijke aandacht vinden wij heel belangrijk. We willen altijd iets leuks doen voor onze klanten, zodat ze zich thuis voelen én blijven voelen.”
Al sinds de opening in Leeuwarden – twintig jaar geleden – is Wijnia betrokken bij de kledingwinkel, die toen nog een vestiging van First Man was. “In de loop der jaren is de formule qua kleding niet veel veranderd, maar wat betreft de sfeer en identiteit wel. De winkels waren toen ‘gewoon winkels’: identiek, met een vrij kille uitstraling en koude materialen. Nu bepalen wij die sfeer zelf. De winkel heeft een eigen identiteit, met eerlijke materialen, een eikenhouten vloer, oude stenen muren, veel planten, een gezellige tafel én een piano erbij.”
Je eigen ding doen
Wijnia is opgegroeid in de stoffenwinkel van zijn ouders in Dokkum, daar komt zijn affiniteit met stoffen, kleding en ondernemen ook vandaan: “Het verkopen van stoffen, knoopjes en ritsen an sich leek me niks, maar ik wilde er wel iets mee doen. Nadat ik in Enschede de textielopleiding had gedaan, kwam ik uiteindelijk toch weer in de winkel van mijn ouders terecht. Wij begonnen daar in eerste instantie een First Man-winkel en hebben later de huidige zaak in Leeuwarden overgenomen.”
In 2011 is de zaak een Man of the World-winkel geworden. In totaal zijn er zes vestigingen van Man of the World in Nederland, met elk een eigen eigenaar. Een klein deel van de collectie in de winkels wordt gezamenlijk ingekocht – zo’n tien tot twintig procent. Wijnia: “We bundelen onze krachten voor de folder, kiezen de stoffen en dergelijke en maken samen reclame voor dit deel van de collectie. Daarnaast kan iedere vestiging doen wat ‘ie zelf wil, zolang er wel eenzelfde lijn in de collectie zit. Dat is het leuke aan deze formule, dat je je eigen ding kunt doen.”
Persoonlijke aandacht
Die collectie stemt Wijnia altijd af op de klanten: “In de opbouw van de merken in je winkel is het belangrijk dat je de juiste mix aanbiedt, afgestemd op de verschillende leeftijden van je klanten. We hebben een groep vaste klanten om wie we de collectie heen bouwen, zodat de collectie bij hen past. Hierdoor hebben we een vrij jonge opbouw in merken. Je kunt daarin variëren, maar niet te veel: de vaste klant moet zich thuis blijven voelen. Aan ons de uitdaging om de juiste balans te vinden.”
Zich thuis voelen, dat noemt Wijnia verschillende keren wanneer het om zijn winkel en de klanten gaat. Hij vindt het belangrijk om een eigentijdse winkel te hebben, waar persoonlijke aandacht voorop staat: “We begroeten iedere klant altijd, maar hebben niet de ‘kan-ik-u-helpen’-benadering. We kijken liever naar wat de klant leuk vindt, om vervolgens meer te vertellen over bijvoorbeeld de stoffen en trends. En we hebben veel vaste klanten, die gaan zitten met een kop koffie en ons kleding laten uitzoeken. Dat is hartstikke leuk en – in deze tijd – ook heel bijzonder.”